-
1 ciment
-
2 apex
n. top, toppunt, climax; hoogste punt; diepst gelegen gedeelte van een wortel van een tand, laatste gedeelte van een wortel (tandheelkunde)[ eepeks] 〈meervoud: ook apices〉 -
3 cavity
-
4 cement
n. cement; beton; vulling--------v. met cement vullen; met cement bedekken; versterkencement1[ simment] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 asphalt, glue and plaster are cements • asfalt, lijm en gips zijn bindmiddelen————————cement2〈 werkwoord〉2 cementeren ⇒ met cement verbinden, vast verbinden, hard(er) maken♦voorbeelden: -
5 crown
n. koninklijke kroon; decoratief hoofddeksel; hoofdkrans; bovenste gedeelte van hoofd; top, hoogtepunt; personificatie; gedeelte van de tand boven het tandvlees; kunstmatige kroon op tand of kies; vroeger Engels muntstuk--------v. kronencrown1[ kraun] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (blader/bloem)krans2 〈 vaak Crown〉 (konings)kroon ⇒ 〈 figuurlijk, steeds met the〉 vorstelijke macht/heerschappij; regering; 〈Brits-Engels; juridisch〉 openbare aanklager4 〈 benaming voor〉hoogste punt/bovenste gedeelte ⇒ (hoofd)kruin; boomkroon/kruin; (heuvel)kam/kruin; corona, kroon 〈van tand/kies, ook als prothese〉, jacket(kroon); kroon 〈 van edelsteen〉♦voorbeelden:succeed to the crown • op de troon komen————————crown2〈 werkwoord〉1 kronen2 bekronen ⇒ belonen, eren3 kronen ⇒ de top vormen/bedekken van, sieren4 voltooien ⇒ (met succes) bekronen, de kroon op het werk vormen/zetten♦voorbeelden:1 crowned heads • gekroonde hoofden, regerende vorstencrowning touch • klap op de vuurpijl
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский